Introductie door Hugo Bongers

Het geheim in de bebouwde jungle is de titel van een schilderij van Roel Wester uit 2004 en deze titel bevat de begrippen waarmee het hele oeuvre van deze kunstenaar tot nu toe goed is te karakteriseren. In de eerste periode van zijn kunstenaarschap speelt de gebouwde omgeving een grote rol in het werk. Langzamerhand wordt het werk dan organischer, komen er configuraties in beeld die eerder op een jungle van bomen en lianen lijken. Het geheel wordt bijeen gehouden door een geheimzinnige en tot de verbeelding sprekende spanning tussen voorgrond en achtergrond. Vooral de dialectiek tussen voor- en achtergrond geeft het werk van Roel Wester zijn onmiskenbare spanning, door alle veranderingen van de afgelopen jaren heen.

De eerste periode in zijn kunstenaarschap wordt vooral gekenmerkt door toepassing van een collagetechniek. Duidelijk staat daarbij de overvolle stedelijke structuur als object van verbeelding centraal. [afbeelding 1]

De stad als verdichting van informatiestromen, als regelmatige ordening van afgebakende objecten die in een overzichtelijk stedelijk weefsel worden samengebracht. Oude houtskooltekeningen en stukken olieverfschilderijen worden gecombineerd met verpakkings- materiaal, met trein- en strippenkaarten, ze vormen een achtergrond met stratenpatronen en zichtbaar gemaakte informatiestromen, waarbij potloodarceringen de ordening benadrukken. In het vroege werk zien we nog mensachtige figuren tegen een fond van architectuur, waarbij de arcering als meditatieve geste voor rust en eenheid zorgt. De stad lijkt overvol, maar ook geordend en goed afleesbaar.

Het dichte stedelijk weefsel in de collages wordt later meer naar de achtergrond gedrongen. Op de voorgrond duiken signaalachtige stippen op, zien we cirkels en verwante ronde vormen opkomen, vaak in een krachtig rood, geel, wit of roze [afbeelding 2]. Het lijken soms lampen, signaalsystemen. We herkennen langzamerhand geen stad meer, maar voornamelijk organische vormen. Het werk wordt abstracter, schilderkunstiger. De collages verdwijnen ten gunste van organische structuren, die soms wel op onderzeese flora’s lijken of op amoeben die onder de microscoop te zien zijn. Niet voor niets heet een werk in deze periode bijvoorbeeld Landluchtzeeschap.


In de jaren 1998 en 1999 verandert de techniek van de werken, de schilderijen worden vanaf dat moment in acrylverf uitgevoerd. Tegelijkertijd wordt het pallet donkerder. Overheerste in de collages met het stedelijk weefsel vooral lichte kleuren, nu wordt de schilderijen intenser en zwaarder van toon. Er ontstaan na de amoebe-achtige werken langzamerhand bosachtige structuren, organische vormen vol slingerende bewegingen [afbeelding 3]. De landschappen vervormen zich tot coulissenlandschappen zoals we die uit de 17e eeuwse schilderkunst kennen, met haar tegenstelling tussen voorgrond en achtergrond. Het landschap oogt als een poort naar een geheimzinnige wereld die daar achter ligt, weergegeven in donkere, verzadigde kleuren met een enkel fel accent. De werken zijn vol vorm en kleur, het oog vindt nergens definitief rust, de grens van het schilderij is geen echte grens meer, de wereld buiten het schilderij kan alsmaar zo doorgaan. De ordening van de stad gaat over in de onbegrensde wanorde van de jungle.

The spiritual in art
Veel blijft hetzelfde in het werk van Roel Wester, maar er verandert ook wat. Ik onderscheid in het werk van de laatste tijd, sterker dan vroeger, twee te onderscheiden niveaus die op het vlak van het kunstwerk bij elkaar komen. Blijvend in zijn werk is de interesse voor het patroon van de stad, voor de stad als deel van een agglomeratie. Met rasterpatronen worden stratenplannen gesuggereerd, een suggestie die wordt versterkt door de montage in het werk van stukjes stadsplattegronden, netkaarten van metrolijnen en andere drukwerken die verwijzen naar de Großstadt [afbeelding 4]. Daar bovenop verschijnt een tweede laag, veelal bestaande uit cirkels en gekromde lijnen die zich niets aantrekken van de suggesties van orde, regelmaat en ritme van de grote stad. Laten we dat het ‘mystieke’ niveau noemen in het werk van Roel Wester: het geheimzinnige, het tipje van de sluier dat net niet wordt opgelicht. De kleur die anders wordt opgebracht dan het raster. De spanning in het werk van Roel Wester ontstaat door het samengaan van beide niveaus.

De stad als mogelijkheid, als utopie van het aardse bestaan. En de verleidingen van de kleur in bollen, cirkels en krommen als utopie van het hemelse bestaan [afbeelding 5]. Twee vormen van utopie verenigen zich in het werk. Dat maakt het typisch modernistisch. Er zit niets cynisch in het werk van Wester, het verwijst naar de hoop. Daarom is het gepast dat de galeriehouder op de uitnodigingskaart voor een recente tentoonstelling van Wester een citaat van Gerhard Richter vermeldde: “Kunst is de hoogste vorm van hoop.” In het werk van de kunstenaar verenigen zich de aardse en de hemelse utopie tot een vorm van hoop. Hoop op een betere wereld, de wens naar vooruitgang. Het collagekarakter van de werken, een modernistische uitvinding, staat voor het onaffe heden, voor het toevallige van de ontmoeting, voor het efemere. De krachtige kleuren die daaroverheen zijn gelegd voor het eeuwige, het geestelijke element, voor de eenheid in de kosmos. Ook het mystieke, weten we nu, was deel van het werk van de modernistische beweging: The Spiritual in Art.

Hugo Bongers, Augustus 2015